Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word biddag

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
day of prayer
🔗 Maar deze woensdag is het hier biddag.
(smeken);
implore
🔗 Geduld, wat ik je bidden mag!
🔗 Nadat hij gebeden had, kleedde hij zich aan.
(tot ziens)
(goedendag; goeiendag)
good day
bonan tagon
🔗 Dag meneer.
(hallo);
hi
🔗 Het duurt slechts enkele dagen.
🔗 De gemeente Rotterdam zal op warme dagen 23 tot 31 extra toezichthouders gaan inzetten op strand Nesselande.
🔗 Maar je werkt maar vier dagen.
🔗 Beertje Pip kan niet wachten tot de dag van zijn verjaardag is aangebroken.
🔗 Toen was hij klaar om de nieuwe dag te beginnen.
🔗 En welke dag is het vandaag?

DutchEnglish
biddag day of prayer
bidden beg; entreat; implore; offer one’s prayers; offer up one’s prayers; pray; say grace; say one’s prayers; say; ask a blessing
dag bye‐bye; cheerio; day; daylight; daytime; good day; goodbye; howdy