Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word benen
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(lopen; stappen; treden) | ; ; ; | |
🔗 Hij beende naar Kaleshe toe. | ||
(poot) | ||
🔗 Doe hierna hetzelfde met het andere been. | ||
(bot; knok; knook; schonk) | ||
🔗 Binnen enkele ogenblikken had hij een hoop menselijke beenderen blootgelegd. | ||
🔗 Daarnaast zijn fragmenten van houten vaatwerk en werktuigen uit been, hoorn en steen (waaronder vuursteen) gevonden. | ||
keep up with | paŝteni | |
fillet | senostigi | |
(heenlopen; wegbanjeren) | walk away | |
🔗 De ander hief zijn armen ten hemel en beende weg. |
Dutch | English |
---|---|
benen | ⇆ bone; ⇆ pins; ⇆ shanks; ⇆ walk; ⇆ walk quickly |
been | ⇆ bone; ⇆ leg |
bijbenen | ⇆ keep pace with; ⇆ keep step with; ⇆ keep up with; ⇆ keep abreast with; ⇆ be able to follow |
uitbenen | ⇆ bone; ⇆ exploit |