Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word belachelijk

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(lachwekkend; ridicuul; bespottelijk); ;
🔗 Hij had voor de gelegenheid weer een belachelijk nieuw militair uniform uitgezocht.
ridiculously
ridinde
🔗 De prijs was belachelijk laag.
;
silliness

DutchEnglish
belachelijk absurd; derisory; goofy; laughable; laughworthy; ludicrous; ludicrously; piffling; ridiculous; ridiculously; risible; rubbishy; zany
zich belachelijk maken make a fool of oneself; make a spectacle of oneself; make oneself ridiculous; make an exhibition of oneself
allerbelachelijkst most ridiculous
belachelijkheid laughableness