Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word autoriteiten
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(gezag) | ||
🔗 Niemand minder dan Shackleton, een onmiskenbare autoriteit op het gebied van Antarctische weerstoestanden, achtte februari een slechte maand in de Rosszee. | ||
(gezag) | ||
(gezag) | glamour ; | |
(gezag) | ||
🔗 Wij hebben hier in uw land geen enkele autoriteit. |
Dutch | English |
---|---|
autoriteit | ⇆ authority |