Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word ankerarm

Dutch	English (translated indirectly)	Esperanto
anker	anker	ankero
🔗 Daarop liet hij de knechts enige ankers wijn op de stoep zetten.
anker	anchor	ankro
🔗 Laat het anker vallen!
anker	armature	armaturo
arm (armzalig; armoedig; pover)	poor	povra
🔗 De arme Bilbo kon het niet langer aanhoren.
arm	crank ; crank‐handle	kranko
arm	poor	malriĉa
🔗 Hij was zo arm als een kerkrat.
arm	arm	brako
🔗 Hij nam haar in zijn armen en droeg haar de kamer uit.

Dutch	English
ankerarm	⇆ arm; ⇆ blade
anker	⇆ anchor; ⇆ anker; ⇆ armament; ⇆ armature; ⇆ crampon; ⇆ keeper; ⇆ brace; ⇆ cramp‐iron
arm	⇆ arm; ⇆ bracket; ⇆ branch; ⇆ indigent; ⇆ penniless; ⇆ poor; ⇆ poverty‐stricken; ⇆ needy