Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word afstrijden

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(aanvechten; bestrijden; betwisten; tegenspreken; ter discussie stellen); ;
contest
;
dispute
; ;
🔗 Ja, dat wil ik niet afstrijden.
(twisten);
dispute
wage war
;
make war
;
(kampen; vechten; slag leveren); ;
contend
;
🔗 U hebt ook gezegd dat u tegen mij wilde strijden.

DutchEnglish
strijden battle; combat; conflict; contend; contest; do battle; feud; fight; militate; strive; struggle