Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word afstralen
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(uitstralen) | ||
🔗 Zijn succes straalt af op de volgelingen. | ||
(gereed; klaar) | ||
🔗 Maar het portret is nog niet af. | ||
(van; van … af) | de sur | |
🔗 Hij vluchtte de berg af. | ||
(sjezen; zakken) | ; ; | |
radiate | ||
🔗 De sterren straalden aan een donkere hemel boven de bomen. | ||
(blinken; prijken; schijnen) | ||
🔗 Kijk eens of er licht naar buiten straalt. |
Dutch | English |
---|---|
afstralen | ⇆ radiate |
af | ⇆ down; ⇆ exeunt; ⇆ out of play; ⇆ off; ⇆ finished; ⇆ out |
afstraling | ⇆ radiation; ⇆ reflection |
stralen | ⇆ beam; ⇆ blaze; ⇆ flunk; ⇆ radiate; ⇆ shine |