Diccionario neerlandés–español

Traducción española de la palabra neerlandesa zwellen

neerlandés → español
  
neerlandésespañol (traducido indirectamente)esperanto
(opzwellen; rijzen; uitdijen)
abultarse
;
hincharse
ŝveli
🔗 De rivier was sterk gezwollen.
(doen zwellen)
inflar
ŝveligi
(tumor)
tumor
(opzwelling)
borbotón
;
córcova
;
giba
;
tumor
(opzetten; rijzen; uitdijen; zwellen)
abultarse
;
hincharse
ŝveli
🔗 Door het vele lopen zijn mijn voeten opgezwollen.