Diccionario neerlandés–español
Traducción española de la palabra neerlandesa werken
neerlandés | español (traducido indirectamente) | esperanto |
---|---|---|
(uitwerking hebben) | producir efecto ; ser eficaz | |
🔗 Maar het werkte wel. | ||
(gisten) | fermentar | |
(arbeiden) | trabajar | |
🔗 Er wordt hard en lang gewerkt. | ||
hacer | ||
🔗 Hij vroeg zich af of hij soms op de ruïnes van de beschaving keek die deze vreemde mensen gewrocht hadden te midden van de woeste omgeving van hun vreemde, wilde verblijfplaats. | ||
acabar | finlabori | |
acabar ; rematar | ellabori | |
(verwerken) | elaborar ; labrar | |
(aanvullen) | completar ; llenar | |
(retoucheren) | retocar | retuŝi |
producto | ||
producir efecto ; ser eficaz | ||
acabar ; rematar | ellabori | |
(bewerken) | elaborar ; labrar | |
🔗 Ik heb slechts een half dozijn karkassen te verwerken gekregen. | ||
(elimineren; uitschakelen; verwijderen) | ||
🔗 Toen alles was opgeruimd, werden de sporen zorgvuldig weggewerkt. | ||
(bank) | banco ; caballete ; | |
🔗 De professor begaf zich zonder te antwoorden naar zijn werkbank en de assistent haastte zich het gebouw uit. | ||
(atelier) | taller | |
🔗 Bij het betreden van zijn werkplaats bleef hij echter getroffen staan. | ||
obrador ; taller | ||
🔗 Bij vele werkwoorden zijn aanwijzingen gegeven omtrent de vervoeging. |