Diccionario neerlandés–español

Traducción española de la palabra neerlandesa schenden

neerlandés → español
  
neerlandésespañol (traducido indirectamente)esperanto
(onteren; ontwijden)
desflorar
(ontheiligen; ontwijden)
profanar
agredir
;
atentar
🔗 Als hij gelijk had dan was dit de stam die nog niet lang geleden het gebied van Hagedorn had geschonden en door O.Z. Garr was verjaagd.
(breuk; schennis; verbreking)
quebradura
(schending; verbreking)
quebradura