The conjugation of the Dutch verb ervaren

Irregular forms are printed in red.
Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) ervaar(ik) ervoer
(jij) ervaart; ervaar (jij)(jij) ervoer
(hij) ervaart(hij) ervoer
(wij) ervaren(wij) ervoeren
(gij) ervaart(gij) ervoert
(zij) ervaren(zij) ervoeren
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) ervare(ik) ervoere
(jij) ervare(jij) ervoere
(hij) ervare(hij) ervoere
(wij) ervaren(wij) ervoeren
(gij) ervaret(gij) ervoeret
(zij) ervaren(zij) ervoeren
Gebiedende wijs
AlgemeenMeervoud
ervaarervaart
Deelwoorden
TegenwoordigVerleden
ervarend(e)(hebben) ervaren