Information du mot vruchtbaar (néerlandais → espéranto: fruktodona)

Parti du discoursadjectif
Prononciation/ˈvrɵx(t)baːr/
Césurevrucht·baar

Degrés de comparaison

Positifvruchtbaar
Comparatifvruchtbaarder
Superlatifvruchtbaarst

Déclinaison

 PositifComparatifSuperlatif
Prédicatifvruchtbaarvruchtbaarder(het) vruchtbaarst, (het) vruchtbaarste
AttributifIndéfiniPluriel masculin et fémininvruchtbarevruchtbaarderevruchtbaarste
Singulier neutrevruchtbaarvruchtbaardervruchtbaarst
Plurielvruchtbarevruchtbaarderevruchtbaarste
Définivruchtbarevruchtbaarderevruchtbaarste
Partitifvruchtbaarsvruchtbaarders 

Traductions

afrikaansvrugbaar
allemandergiebig; fruchtbringend; fruchtbar; ergebnisreich
anglaisfertile; fruitful; productive
bas allemandvrüchtbår
danoisfrugtbar
espérantofruktodona; fruktoporta
françaisfruitier
frison saterlanddrjooch
italienfecondo
latinfecundus
malaissubur
portugaisfecundo; frutífero
turcbereketli