Information du mot kruid (néerlandais → espéranto: herbo)

Parti du discourssubstantif
Prononciation/krœy̯̯t/
Césurekruid
Genreneutre
Plurielkruiden

Diminutif
SingulierPluriel
kruidjekruidjes

Exemples d’usage

In de loop der jaren had hij geëxperimenteerd met allerlei kruiden.
Maar als het kruid dat ik je gegeven heb, goed werkt, moet je hem nu kunnen optillen.
Dat is er een die bij jouw kruiden geen baat meer zal hebben, Deirdre.
Af en toe verlaat ik mijn bed voor de dag aanbreekt, want er zijn bepaalde kruiden die alleen bij zonsopgang kunnen worden geplukt, anders verliezen ze hun kracht.
Vertel mij over uw vaardigheid met kruiden.

Traductions

allemandKraut
anglaisherb
espagnolhierba
espérantoherbo
françaisherbe
suédoisört