Información sobre la palabra toilet (neerlandés → Esperanto: necesejo)

Sinónimos: gemak, kleinste kamertje, plee, privaat, schijthuis

Categoría gramaticalsustantivo
Pronunciación/tʋɑˈlɛt/
Separacióntoi·let
Géneroneutro
Pluraltoiletten

Muestras de uso

Ja, maar op het ogenblik moet ik dringend een bezoek brengen aan het toilet.
Hier was het niet zo erg als ze hem zagen, want dat iemand ’s nachts naar het toilet moest, was normaal.
Zoals hij wel verwacht had, was het een toilet dat een akelige stank verspreidde.
Er kwamen geen toiletten in de films voor, is het wel?

Traducciones

afrikáanstoilet
alemánAbort; Abtritt
checozáchod
danéstoilet
españolexcusado; retrete; water
esperantonecesejo
feroésnátthús; vatnhús
finéskäymälä
francéscabinet; WC; toilette
frisón de SaterlandAbtrit; Skiethuus
frisón occidentalhúske
griegoτουαλέτα
húngaroárnyékszék; WC
ingléstoilet; lavatory
italianocesso; gabinetto; ritirata
latínlatrina
malayokakus
noruegoWC; toalett
portuguésprivada; retrete
rumanotoaletă
suajilichoo
suecoavträde; klosett; toalett
tailandésส้วม; สุขา