Información sobre la palabra buxus (neerlandés → Esperanto: bukso)

Sinónimos: buksboom, palmboompje, palmstruik, steekpalm

Categoría gramaticalsustantivo
Pronunciación/ˈbɵksəs/, /ˈbɵksɵs/
Separaciónbuxus
Géneromasculino
Pluralbuxussen

Muestras de uso

Vóór het huis was een kleine tuin met buxus en andere heesters, maar dit heiligdom mochten wij slechts bij zeldzame gelegenheden betreden, zoals bij onze eerste aankomst op school, of als we voorgoed weggingen, en ook wel als wij werden afgehaald om met vakantie te gaan.
Een vriend zijn buxus krijgt bruine vlekken.

Traducciones

alemánBuchsbaum
catalánboix
checozimostráz
danésbuksbom
españolboj
esperantobukso
finéspukispuu
francésbuis
frisón de SaterlandBusboom
húngaropuszpáng
inglésbox‐tree
inglés antiguobox
italianobosso
latínbuxus
polacobukszpan
portuguésbuxo
rusoсамшит