Información sobre la palabra baksteen (neerlandés → Esperanto: briko)

Sinónimos: reep, steen, stuk, tichel

Categoría gramaticalsustantivo
Pronunciación/ˈbɑksten/
Separaciónbak·steen
Géneromasculino o neutro
Pluralbakstenen

Muestras de uso

Ik gooide de doodsbeenderen opzij en er kwam een hoop bakstenen en metselkalk te voorschijn.
Zijn boerderij was stevig van baksteen gebouwd en was omgeven door een hoge muur.

Traducciones

alemánBackstein; Ziegel; Ziegelstein; Riegel
catalánmaó
checocihla
danésmursten
españolladrillo
esperantobriko
feroésmúrsteinur
francésbrique
frisón de SaterlandÄsterke; Baksteen
frisón occidentalbakstien
griegoπλίνθος; τούβλο
húngarotégla
inglésbrick
islandésmúrsteinn
italianomattone
latínlater
noruegomurstein
papiamentoklenko; klenku
portuguéstejolo; tijolo
rusoкирпич
suecotegelsten
turcotuğla