Información sobre la palabra winkel (neerlandés → Esperanto: butiko)

Sinónimo: zaak

Categoría gramaticalsustantivo
Pronunciación/ˈʋɪŋkəl/
Separaciónwin·kel
Géneromasculino
Pluralwinkels

Diminutivo
SingularPlural
winkeltjewinkeltjes

Muestras de uso

Ook zijn er verhalen over Russische soldaten die op zoek zijn naar eten en daarom winkels en huizen plunderen.
Maar de voorraden in de winkels zijn niet heel groot.
En vol edele gevoelens snelde heer Ollie terug naar de winkel, waar de agenten bezig waren de winkelier te arresteren.
Heeft u iets in een winkel gekocht?

Traducciones

afrikáanswinkel
albanésdyqan
alemánLaden
bajo sajónsaak
catalánbotiga
criolla jamaiquinashap
checokrám; obchod; prodejna; sklad
danésbutik
escocésshap
españoltienda
esperantobutiko
feroésbúð; krambúð
finésmyymälä
francésboutique; magasin
frisón de SaterlandGeschäft; Geskäft; Kräämerwinkel; Winkel
frisón occidentalwinkel
gaélico escocésbùth
galéssiop
griegoκατάστημα
húngarobolt; butik; üzlet
inglésshop
italianobottega; negozio
malayotoko
noruegoforretning; butikk
papiamentotienda
polacosklep
portuguésarmazém; loja
rumanomagazin; prăvălie
rusoмагазин; лавка
sranan tongowenkri
suajiliduka
suecoaffär; butik; handelsbod
tailandésร้าน; ร้านค้า
turcodükkân