Información sobre la palabra stenigen (neerlandés → Esperanto: ŝtonumi)

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/ˈstenəɣə(n)/
Separaciónste·ni·gen

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) stenig(ik) stenigde
(jij) stenigt(jij) stenigde
(hij) stenigt(hij) stenigde
(wij) stenigen(wij) stenigden
(jullie) stenigen(jullie) stenigden
(gij) stenigt(gij) stenigdet
(zij) stenigen(zij) stenigden
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) stenige(dat ik) stenigde
(dat jij) stenige(dat jij) stenigde
(dat hij) stenige(dat hij) stenigde
(dat wij) stenigen(dat wij) stenigden
(dat jullie) stenigen(dat jullie) stenigden
(dat gij) steniget(dat gij) stenigdet
(dat zij) stenigen(dat zij) stenigden
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
stenigstenigt
Participios
Participio presenteParticipio pasado
stenigend, stenigende(hebben) gestenigd

Muestras de uso

De guerrillastrijders in het noorden van Mali stenigen mensen die vreemd zouden gaan en vernielen mausolea.

Traducciones

afrikáansstenig
españollapidar; matar a pedradas
esperantoŝtonumi; ŝtonmortigi
inglésstone
portuguésapedrejar; lapidar