Información sobre la palabra wannen (neerlandés → Esperanto: ventumi)

Sinónimos: frisse lucht toewaaien, waaien

Categoría gramaticalverbo

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) wan(ik) wande
(jij) want(jij) wande
(hij) want(hij) wande
(wij) wannen(wij) wanden
(jullie) wannen(jullie) wanden
(gij) want(gij) wandet
(zij) wannen(zij) wanden
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) wanne(dat ik) wande
(dat jij) wanne(dat jij) wande
(dat hij) wanne(dat hij) wande
(dat wij) wannen(dat wij) wanden
(dat jullie) wannen(dat jullie) wanden
(dat gij) wannet(dat gij) wandet
(dat zij) wannen(dat zij) wanden
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
wanwant
Participios
Participio presenteParticipio pasado
wannend, wannende(hebben) gewand

Traducciones

alemánfächeln; wedeln
españolabanicar
esperantoventumi
frisón de Saterlandkranselje; swoormje; waaierje; wimmelje
inglésfan; winnow
portuguésabanar; joeirar; ventilar