Información sobre la palabra overplaatsen (neerlandés → Esperanto: transloki)

Sinónimos: ómzetten, overbrengen, verleggen, verplaatsen, verhalen

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/ˈovərplatsə(n)/
Separaciónover·plaat·sen

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) plaats over(ik) plaatste over
(jij) plaatst over(jij) plaatste over
(hij) plaatst over(hij) plaatste over
(wij) plaatsen over(wij) plaatsten over
(jullie) plaatsen over(jullie) plaatsten over
(gij) plaatst over(gij) plaatstet over
(zij) plaatsen over(zij) plaatsten over
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) overplaatse(dat ik) overplaatste
(dat jij) overplaatse(dat jij) overplaatste
(dat hij) overplaatse(dat hij) overplaatste
(dat wij) overplaatsen(dat wij) overplaatsten
(dat jullie) overplaatsen(dat jullie) overplaatsten
(dat gij) overplaatset(dat gij) overplaatstet
(dat zij) overplaatsen(dat zij) overplaatsten
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
plaats overplaatst over
Participios
Participio presenteParticipio pasado
overplaatsend, overplaatsende(hebben) overgeplaatst

Muestras de uso

Je wordt overgeplaatst!

Traducciones

bajo sajónverplaatsen
españoltrasladar
esperantotransloki; aliloki; lokŝanĝigi
feroésflyta
francésremuer
frisón occidentalferplakke
ingléstransfer
polacozmienić miejsce