Información sobre la palabra toereiken (neerlandés → Esperanto: transdoni)

Sinónimos: aangeven, aanreiken, afdragen, afgeven, overbrengen, overgeven, overreiken, doorgeven, overdragen

Categoría gramaticalverbo

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) reik toe(ik) reikte toe
(jij) reikt toe(jij) reikte toe
(hij) reikt toe(hij) reikte toe
(wij) reiken toe(wij) reikten toe
(jullie) reiken toe(jullie) reikten toe
(gij) reikt toe(gij) reiktet toe
(zij) reiken toe(zij) reikten toe
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) toereike(dat ik) toereikte
(dat jij) toereike(dat jij) toereikte
(dat hij) toereike(dat hij) toereikte
(dat wij) toereiken(dat wij) toereikten
(dat jullie) toereiken(dat jullie) toereikten
(dat gij) toereiket(dat gij) toereiktet
(dat zij) toereiken(dat zij) toereikten
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
reik toereikt toe
Participios
Participio presenteParticipio pasado
toereikend, toereikende(hebben) toegereikt

Traducciones

afrikáansoordra; aangee
alemánangeben; aushändigen; einhändigen; herreichen; überliefern; übergeben; überreichen
españolalargar; transferir
esperantotransdoni
frisón de Saterlandanreeke; häärreeke; uurlääwerje
frisón occidentaloanlangje; oanrikke; ôfdrage; ôfjaan
ingléshand
polacoprzekazać
portuguésalienar; transmitir