Información sobre la palabra onderdrúkken (neerlandés → Esperanto: subpremi)

Sinónimos: verdrukken, neerslaan

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/ɔndərˈdrɵkə(n)/
Separaciónon·der·druk·ken

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) onderdruk(ik) onderdrukte
(jij) onderdrukt(jij) onderdrukte
(hij) onderdrukt(hij) onderdrukte
(wij) onderdrukken(wij) onderdrukten
(jullie) onderdrukken(jullie) onderdrukten
(gij) onderdrukt(gij) onderdruktet
(zij) onderdrukken(zij) onderdrukten
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) onderdrukke(dat ik) onderdrukte
(dat jij) onderdrukke(dat jij) onderdrukte
(dat hij) onderdrukke(dat hij) onderdrukte
(dat wij) onderdrukken(dat wij) onderdrukten
(dat jullie) onderdrukken(dat jullie) onderdrukten
(dat gij) onderdrukket(dat gij) onderdruktet
(dat zij) onderdrukken(dat zij) onderdrukten
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
onderdrukonderdrukt
Participios
Participio presenteParticipio pasado
onderdrukkend, onderdrukkende(hebben) onderdrukt