Información sobre la palabra 'verkrachten' [dut] (epo: seksatenci)

Conjugación

Modo indicativo
Presente	Pasado
(ik) verkracht	(ik) verkrachtte
(jij) verkracht	(jij) verkrachtte
(hij) verkracht	(hij) verkrachtte
(wij) verkrachten	(wij) verkrachtten
(jullie) verkrachten	(jullie) verkrachtten
(gij) verkracht	(gij) verkrachttet
(zij) verkrachten	(zij) verkrachtten
Modo subjuntivo
Presente	Pasado
(dat ik) verkrachte	(dat ik) verkrachtte
(dat jij) verkrachte	(dat jij) verkrachtte
(dat hij) verkrachte	(dat hij) verkrachtte
(dat wij) verkrachten	(dat wij) verkrachtten
(dat jullie) verkrachten	(dat jullie) verkrachtten
(dat gij) verkrachtet	(dat gij) verkrachttet
(dat zij) verkrachten	(dat zij) verkrachtten
Modo imperativo
Singular/Plural	Plural
verkracht	verkracht
Participios
Participio presente	Participio pasado
verkrachtend, verkrachtende	(hebben) verkracht

Er zijn al verscheidene vrouwen verkracht en gedood!

Toch worden er nog veel vrouwen verkracht in India.

Hij zou drie minderjarige meisjes hebben laten verkrachten door zijn hond.

Een video van een 17‐jarig meisje dat door zeven mannen wordt verkracht, heeft Zuid‐Afrika geschokt.

De eerste verkrachting dateert uit de zomer van 2002, toen hii in Voorhout een 21‐jarige vrouw verkrachtte.

Vijf in de woning overgebleven mannen verkrachtten de tiener en filmden dit ook.