Información sobre la palabra openbaren (neerlandés → Esperanto: riveli)

Sinónimos: uit de doeken doen, onthullen

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/opə(m)ˈbaːrə(n)/
Separaciónopen·ba·ren

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) openbaar(ik) openbaarde
(jij) openbaart(jij) openbaarde
(hij) openbaart(hij) openbaarde
(wij) openbaren(wij) openbaarden
(jullie) openbaren(jullie) openbaarden
(gij) openbaart(gij) openbaardet
(zij) openbaren(zij) openbaarden
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) openbare(dat ik) openbaarde
(dat jij) openbare(dat jij) openbaarde
(dat hij) openbare(dat hij) openbaarde
(dat wij) openbaren(dat wij) openbaarden
(dat jullie) openbaren(dat jullie) openbaarden
(dat gij) openbaret(dat gij) openbaardet
(dat zij) openbaren(dat zij) openbaarden
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
openbaaropenbaart
Participios
Participio presenteParticipio pasado
openbarend, openbarende(hebben) geopenbaard

Muestras de uso

Mocht hij slechts een kwart ervan openbaren, dan kan Europa in een oorlog worden gestort.
Ik beschik over geweldige krachten, die mij door grote tovenaars geopenbaard zijn.

Traducciones

alemánenthüllen; aufdecken; ans Licht bringen
catalánrevelar
españolrevelar
esperantoriveli
francésdévelopper; révéler
inglésreveal
noruegofremkalle
portuguésrevelar
tailandésล้าง