Información sobre la palabra weerstaan (neerlandés → Esperanto: rezisti)

Sinónimos: tegenspartelen, tegenstreven, verzet bieden, zich verzetten, zich verzetten tegen, tegensporrelen, weerstand bieden

Categoría gramaticalverbo

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) weersta(ik) weerstond
(jij) weerstaat(jij) weerstond
(hij) weerstaat(hij) weerstond
(wij) weerstaan(wij) weerstonden
(jullie) weerstaan(jullie) weerstonden
(gij) weerstaat(gij) weerstondt
(zij) weerstaan(zij) weerstonden
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) weersta(dat ik) weerstonde
(dat jij) weersta(dat jij) weerstonde
(dat hij) weersta(dat hij) weerstonde
(dat wij) weerstaan(dat wij) weerstonden
(dat jullie) weerstaan(dat jullie) weerstonden
(dat gij) weerstaat(dat gij) weerstondet
(dat zij) weerstaan(dat zij) weerstonden
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
weerstaweerstaat
Participios
Participio presenteParticipio pasado
weerstaand, weerstaande(hebben) weerstaan

Traducciones

alemánsich widersetzen
catalánresistir
españoloponerse; resistir
esperantorezisti
feroésseta seg uppímóti; standa ímóti
francésrésister
inglésresist; withstand; stand
latínresistere
papiamentoresistí; risistí
portuguésfazer frente a; relutar; resistir
rusoартачиться
tailandésทาน