Información sobre la palabra overlaten (neerlandés → Esperanto: restigi)

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/ˈovərlatə(n)/
Separaciónover·la·ten

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) laat over(ik) liet over
(jij) laat over(jij) liet over
(hij) laat over(hij) liet over
(wij) laten over(wij) lieten over
(jullie) laten over(jullie) lieten over
(gij) laat over(gij) liet over
(zij) laten over(zij) lieten over
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) overlate(dat ik) overliete
(dat jij) overlate(dat jij) overliete
(dat hij) overlate(dat hij) overliete
(dat wij) overlaten(dat wij) overlieten
(dat jullie) overlaten(dat jullie) overlieten
(dat gij) overlatet(dat gij) overlietet
(dat zij) overlaten(dat zij) overlieten
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
laat overlaat over
Participios
Participio presenteParticipio pasado
overlatend, overlatende(hebben) overgelaten

Traducciones

españoldejar
esperantorestigi
francésretenir
ingléspark