Información sobre la palabra herleiden (neerlandés → Esperanto: redukti)

Sinónimos: inkrimpen, reduceren, terugbrengen, vereenvoudigen

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/ɦɛrˈlɛi̯də(n)/
Separaciónher·lei·den

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) herleid(ik) herleed
(jij) herleidt(jij) herleed
(hij) herleidt(hij) herleed
(wij) herleiden(wij) herleden
(jullie) herleiden(jullie) herleden
(gij) herleidt(gij) herleedt
(zij) herleiden(zij) herleden
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) herleide(dat ik) herleede
(dat jij) herleide(dat jij) herleede
(dat hij) herleide(dat hij) herleede
(dat wij) herleiden(dat wij) herleeden
(dat jullie) herleiden(dat jullie) herleeden
(dat gij) herleidet(dat gij) herleedet
(dat zij) herleiden(dat zij) herleeden
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
herleidherleidt
Participios
Participio presenteParticipio pasado
herleidend, herleidende(hebben) herleid

Traducciones

alemánreduzieren
catalánreduir
checoomezit; redukovat; snížit; zmenšit
españolreducir
esperantoredukti
feroésgera einfaldan; minka
finéssupistaa
francésabaisser; réduire
frisón de Saterlandreduzierje
inglésreduce
portuguésdiminuir; reduzir; tornar menor