Información sobre la palabra weergeven (neerlandés → Esperanto: redoni)

Sinónimos: hergeven, teruggeven

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/ˈʋerɣevə(n)/
Separaciónweer·ge·ven

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) geef weer(ik) gaf weer
(jij) geeft weer(jij) gaf weer
(hij) geeft weer(hij) gaf weer
(wij) geven weer(wij) gaven weer
(jullie) geven weer(jullie) gaven weer
(gij) geeft weer(gij) gaaft weer
(zij) geven weer(zij) gaven weer
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) weergeve(dat ik) weergave
(dat jij) weergeve(dat jij) weergave
(dat hij) weergeve(dat hij) weergave
(dat wij) weergeven(dat wij) weergaven
(dat jullie) weergeven(dat jullie) weergaven
(dat gij) weergevet(dat gij) weergavet
(dat zij) weergeven(dat zij) weergaven
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
geef weergeeft weer
Participios
Participio presenteParticipio pasado
weergevend, weergevende(hebben) weergegeven

Traducciones

alemánvergelten; wiedergeben; zurückgeben; erwidern; zurückreichen
checonavrátit; vracet; vrátit
españoldevolver
esperantoredoni
feroésgeva aftur
frisón de Saterlandferjäilde; touräächreeke; wierreeke
frisón occidentalweromjaan
inglésrender
italianorestituire
papiamentodebolbé
polacooddawać
portuguésrestituir; retribuir
rumanoînapoia; restitui
tailandésคืน