Información sobre la palabra terugstoten (neerlandés → Esperanto: rebati)

Sinónimo: terugslaan

Categoría gramaticalverbo

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) stoot terug(ik) stiet terug, stootte terug
(jij) stoot terug(jij) stiet terug, stootte terug
(hij) stoot terug(hij) stiet terug, stootte terug
(wij) stoten terug(wij) stieten terug, stootten terug
(jullie) stoten terug(jullie) stieten terug, stootten terug
(gij) stoot terug(gij) stiet terug, stoottet terug
(zij) stoten terug(zij) stieten terug, stootten terug
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) terugstote(dat ik) terugstiete, terugstootte
(dat jij) terugstote(dat jij) terugstiete, terugstootte
(dat hij) terugstote(dat hij) terugstiete, terugstootte
(dat wij) terugstoten(dat wij) terugstieten, terugstootten
(dat jullie) terugstoten(dat jullie) terugstieten, terugstootten
(dat gij) terugstotet(dat gij) terugstietet, terugstoottet
(dat zij) terugstoten(dat zij) terugstieten, terugstootten
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
stoot terugstoot terug
Participios
Participio presenteParticipio pasado
terugstotend, terugstotende(hebben) teruggestoten

Traducciones

alemánzurückschlagen
españolrepulsar
esperantorebati
francésrépondre; rétorquer
frisón occidentalôfslaan
inglésreduce the price; rebat; refute
italianorespingere
portuguésrebater