Información sobre la palabra ei (neerlandés → Esperanto: ovo)

Categoría gramaticalsustantivo
Pronunciación/ɛi̯/
Separaciónei
Géneroneutro
Pluraleieren

Diminutivo
SingularPlural
eitjeeitjes

Muestras de uso

Als enige slang in Nederland legt hij eieren.
Dan is één eitje genoeg voor mij!
Je hoeft me niet te behandelen als een doos eieren die je zou kunnen breken.
Dit is het vreemdste en grootste ei dat ik ooit gezien heb.
’s Morgens was ik er vroeg uit om eieren te rapen.
Eieren zijn nog nooit zo duur geweest als nu.
De 10 tot 15 eieren komen na 28 dagen uit.

Traducciones

afrikáanseier
alemánEi
catalánou; òvul
checovajíčko; vejce
danésæg
españolhuevo
esperantoovo
feroésegg
finésmuna
francésœuf
frisón de SaterlandOai
frisón occidentalaai
gaélico escocésugh
galéswy
griegoαβγό
griego antiguoᾠόν
húngarotojás
inglésegg
inglés antiguoæg
islandésegg
italianouovo
latínovum
luxemburguésEe
malayotelur
noruegoegg
papiamentowebo; webu
polacojajko
portuguésovo
rumanoou
rusoяйцо
sranan tongoeksi
suajiliyai
suecoägg
tagaloitlóg
tailandésไข่
turcoyumurta
yidisאײ; ביצה