Información sobre la palabra aan de hand zijn (neerlandés → Esperanto: okazi)

Sinónimos: gebeuren, geschieden, gevallen, omgaan, optreden, passeren, plaatsgrijpen, plaatshebben, plaatsvinden, voorvallen, zich afspelen, zich voordoen, zich voltrekken, zich toedragen, vóórkomen

Categoría gramaticalverbo
Separaciónaan de hand zijn

Muestras de uso

Het was maar al te duidelijk wat er aan de hand was.
Wat is er aan de hand?
Weet jij wat er aan de hand is?