Información sobre la palabra demonstreren (neerlandés → Esperanto: manifestacii)

Sinónimo: betogen

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/demɔnˈstrerə(n)/
Separaciónde·mon·stre·ren

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) demonstreer(ik) demonstreerde
(jij) demonstreert(jij) demonstreerde
(hij) demonstreert(hij) demonstreerde
(wij) demonstreren(wij) demonstreerden
(jullie) demonstreren(jullie) demonstreerden
(gij) demonstreert(gij) demonstreerdet
(zij) demonstreren(zij) demonstreerden
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) demonstrere(dat ik) demonstreerde
(dat jij) demonstrere(dat jij) demonstreerde
(dat hij) demonstrere(dat hij) demonstreerde
(dat wij) demonstreren(dat wij) demonstreerden
(dat jullie) demonstreren(dat jullie) demonstreerden
(dat gij) demonstreret(dat gij) demonstreerdet
(dat zij) demonstreren(dat zij) demonstreerden
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
demonstreerdemonstreert
Participios
Participio presenteParticipio pasado
demonstrerend, demonstrerende(hebben) gedemonstreerd

Muestras de uso

Een paar honderd mensen demonstreren vrijdag in Amsterdam tegen het kraakverbod.

Traducciones

afrikáansbetoog
alemándemonstrieren
españolmanifestar
esperantomanifestacii
frisón occidentaldemonstrearje; manifeastearje
inglésdemonstrate
portuguésfazer manifestação