Información sobre la palabra afbestellen (neerlandés → Esperanto: malmendi)

Sinónimo: annuleren

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/ˈɑvbəstɛlə(n)/
Separaciónaf·be·stel·len

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) afbestel(ik) afbestelde
(jij) afbestelt(jij) afbestelde
(hij) afbestelt(hij) afbestelde
(wij) afbestellen(wij) afbestelden
(jullie) afbestellen(jullie) afbestelden
(gij) afbestelt(gij) afbesteldet
(zij) afbestellen(zij) afbestelden
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) afbestelle(dat ik) afbestelde
(dat jij) afbestelle(dat jij) afbestelde
(dat hij) afbestelle(dat hij) afbestelde
(dat wij) afbestellen(dat wij) afbestelden
(dat jullie) afbestellen(dat jullie) afbestelden
(dat gij) afbestellet(dat gij) afbesteldet
(dat zij) afbestellen(dat zij) afbestelden
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
bestel afbestel aft
Participios
Participio presenteParticipio pasado
afbestellend, afbestellende(hebben) afbesteld

Muestras de uso

Hij had een nieuwe auto meteen afbesteld nadat het WOB‐verzoek was ingediend.

Traducciones

danéssende afbud
españolanular; contramandar
esperantomalmendi; kontraŭmendi
frisón occidentalôfbestelle; ôfsizze
ingléscancel; countermand
italianoannullare un ordine