Información sobre la palabra kweken (neerlandés → Esperanto: kultivi)

Sinónimos: telen, verbouwen

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/ˈkʋekə(n)/
Separaciónkwe·ken

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) kweek(ik) kweekte
(jij) kweekt(jij) kweekte
(hij) kweekt(hij) kweekte
(wij) kweken(wij) kweekten
(jullie) kweken(jullie) kweekten
(gij) kweekt(gij) kweektet
(zij) kweken(zij) kweekten
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) kweke(dat ik) kweekte
(dat jij) kweke(dat jij) kweekte
(dat hij) kweke(dat hij) kweekte
(dat wij) kweken(dat wij) kweekten
(dat jullie) kweken(dat jullie) kweekten
(dat gij) kweket(dat gij) kweektet
(dat zij) kweken(dat zij) kweekten
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
kweekkweekt
Participios
Participio presenteParticipio pasado
kwekend, kwekende(hebben) gekweekt

Muestras de uso

Dat is een van de vruchten die uw assistent gekweekt heeft.
In Italië wordt de pluim‐es gekweekt voor commerciële doeleinden.
Het gaat er nu om of u snijbloemen dan wel perkplanten wilt kweken.

Traducciones

afrikáansverbou; kweek
alemánkultivieren; anbauen; bebauen; züchten; bestellen
españolcultivar
esperantokultivi; kulturi
ingléscultivate; grow
papiamentokultivá