Información sobre la palabra staven (neerlandés → Esperanto: konfirmi)

Sinónimos: bekrachtigen, bevestigen, erkennen, vormen

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/ˈstavə(n)/
Separaciónsta·ven

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) staaf(ik) staafde
(jij) staaft(jij) staafde
(hij) staaft(hij) staafde
(wij) staven(wij) staafden
(jullie) staven(jullie) staafden
(gij) staaft(gij) staafdet
(zij) staven(zij) staafden
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) stave(dat ik) staafde
(dat jij) stave(dat jij) staafde
(dat hij) stave(dat hij) staafde
(dat wij) staven(dat wij) staafden
(dat jullie) staven(dat jullie) staafden
(dat gij) stavet(dat gij) staafdet
(dat zij) staven(dat zij) staafden
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
staafstaaft
Participios
Participio presenteParticipio pasado
stavend, stavende(hebben) gestaafd

Muestras de uso

Heer Mungo riep de naam van de voorste af en Madoucs pessimistische verwachtingen werden gestaafd.
Maar over die zaken hebben we het nu niet, meneer, en ik kan u namen noemen van lieden die mijn bewering zullen staven en wier deskundigheid zelfs u zult moeten erkennen.
Ze heeft zijn zegelring om het te staven. maar hij heeft hier niet eerder over gesproken.
Hebt u bewijzen om uw beweringen te staven?

Traducciones

afrikáanserken; bevestig
alemánbekräftigen; bestätigen; konfirmieren; bestärken
bajo sajónbevästigen
catalánconfirmar
danésbekræfte
españolconfirmar
esperantokonfirmi
feroésstaðfesta; vátta
finésvahvistaa
francésconfirmer
frisón de Saterlandbekräftigje; bestäätigje; konfirmierje
frisón occidentalbefêstigje
inglésestablish; bear out
italianoconfermare
latínconfirmare
portuguésconfirmar; homologar; ratificar