Información sobre la palabra erven (neerlandés → Esperanto: heredi)

Sinónimo: beërven

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/ˈɛrvə(n)/
Separacióner·ven

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) erf(ik) erfde
(jij) erft(jij) erfde
(hij) erft(hij) erfde
(wij) erven(wij) erfden
(jullie) erven(jullie) erfden
(gij) erft(gij) erfdet
(zij) erven(zij) erfden
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) erve(dat ik) erfde
(dat jij) erve(dat jij) erfde
(dat hij) erve(dat hij) erfde
(dat wij) erven(dat wij) erfden
(dat jullie) erven(dat jullie) erfden
(dat gij) ervet(dat gij) erfdet
(dat zij) erven(dat zij) erfden
Participios
Participio presenteParticipio pasado
ervend, ervende(hebben) geërfd

Muestras de uso

Wie nooit iets wint, wie nooit iets erft, die blijft een tobberd tot hij sterft.
Wij stonden er in stilte omheen, als nabestaanden om een lijk waarvan men niets heeft geërfd.
Wie erft van u bij uw overlijden?
Toen meneer Fortescue stierf, erfde zij honderdduizend pond, niet?
Je hebt dit huis gekocht van het geld dat je van je vader geërfd hebt.

Traducciones

alemánerben; beerben
catalánheretar
checodědit; zdědit
danésarve
españolheredar
esperantoheredi
finésperiä
francéshériter
frisón de Saterlandäärwe; äärwje; be‐äärwje
frisón occidentalerve
inglésinherit
italianoereditare
papiamentoeredá; heredá
portuguésherdar
suecoärva