Información sobre la palabra verschuiven (neerlandés → Esperanto: forŝoviĝi)

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/vərˈsxœy̯və(n)/
Separaciónver·schui·ven

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) verschuif(ik) verschoof
(jij) verschuift(jij) verschoof
(hij) verschuift(hij) verschoof
(wij) verschuiven(wij) verschoven
(jullie) verschuiven(jullie) verschoven
(gij) verschuift(gij) verschooft
(zij) verschuiven(zij) verschoven
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) verschuive(dat ik) verschove
(dat jij) verschuive(dat jij) verschove
(dat hij) verschuive(dat hij) verschove
(dat wij) verschuiven(dat wij) verschoven
(dat jullie) verschuiven(dat jullie) verschoven
(dat gij) verschuivet(dat gij) verschovet
(dat zij) verschuiven(dat zij) verschoven
Participios
Participio presenteParticipio pasado
verschuivend, verschuivende(zijn) verschoven

Traducciones

afrikáansverskuif
españolzafarse
esperantoforŝoviĝi