Información sobre la palabra verzinnelijken (neerlandés → Esperanto: figuri)

Sinónimos: afbeelden, uitbeelden, verbeelden, voorstellen

Categoría gramaticalverbo

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) verzinnelijk(ik) verzinnelijkte
(jij) verzinnelijkt(jij) verzinnelijkte
(hij) verzinnelijkt(hij) verzinnelijkte
(wij) verzinnelijken(wij) verzinnelijkten
(jullie) verzinnelijken(jullie) verzinnelijkten
(gij) verzinnelijkt(gij) verzinnelijktet
(zij) verzinnelijken(zij) verzinnelijkten
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) verzinnelijke(dat ik) verzinnelijkte
(dat jij) verzinnelijke(dat jij) verzinnelijkte
(dat hij) verzinnelijke(dat hij) verzinnelijkte
(dat wij) verzinnelijken(dat wij) verzinnelijkten
(dat jullie) verzinnelijken(dat jullie) verzinnelijkten
(dat gij) verzinnelijket(dat gij) verzinnelijktet
(dat zij) verzinnelijken(dat zij) verzinnelijkten
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
verzinnelijkverzinnelijkt
Participios
Participio presenteParticipio pasado
verzinnelijkend, verzinnelijkende(hebben) verzinnelijk

Traducciones

afrikáansuitbeeld
alemánabbilden; erscheinen; in Erscheinung treten; auftreten; figurieren
bajo sajónverbealden; vöärstellen
españolreproducir; retratar
esperantofiguri
frisón de Saterlandoubieldje
frisón occidentalôfbyldzje
inglésdepict; represent; figure
portuguésfigurar; representar