Información sobre la palabra aanhangen (neerlandés → Esperanto: esti adepto de)

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/ˈanɦɑŋə(n)/
Separaciónaan·han·gen

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) hang aan(ik) hing aan
(jij) hangt aan(jij) hing aan
(hij) hangt aan(hij) hing aan
(wij) hangen aan(wij) hingen aan
(jullie) hangen aan(jullie) hingen aan
(gij) hangt aan(gij) hingt aan
(zij) hangen aan(zij) hingen aan
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) aanhange(dat ik) aanhinge
(dat jij) aanhange(dat jij) aanhinge
(dat hij) aanhange(dat hij) aanhinge
(dat wij) aanhangen(dat wij) aanhingen
(dat jullie) aanhangen(dat jullie) aanhingen
(dat gij) aanhanget(dat gij) aanhinget
(dat zij) aanhangen(dat zij) aanhingen
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
hang aanhangt aan
Participios
Participio presenteParticipio pasado
aanhangend, aanhangende(hebben) aangehangen

Muestras de uso

En welke partij hangt hij aan?
Indonesië, waar een meerderheid van de bevolking de islam aanhangt, kampt sporadisch met aanvallen op religieuze minderheden.

Traducciones

españolser partidario de
esperantoesti adepto de
inglésadhere to