Información sobre la palabra bevatten (neerlandés → Esperanto: enteni)

Sinónimos: houden, inhouden, vervatten

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/bəˈvɑtə(n)/
Separaciónbe·vat·ten

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) bevat(ik) bevatte
(jij) bevat(jij) bevatte
(hij) bevat(hij) bevatte
(wij) bevatten(wij) bevatten
(jullie) bevatten(jullie) bevatten
(gij) bevat(gij) bevattet
(zij) bevatten(zij) bevatten
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) bevatte(dat ik) bevatte
(dat jij) bevatte(dat jij) bevatte
(dat hij) bevatte(dat hij) bevatte
(dat wij) bevatten(dat wij) bevatten
(dat jullie) bevatten(dat jullie) bevatten
(dat gij) bevattet(dat gij) bevattet
(dat zij) bevatten(dat zij) bevatten
Participios
Participio presenteParticipio pasado
bevattend, bevattende(hebben) bevat

Traducciones

alemáneinschließen; enthalten
cataláncontenir
checoobsahovat
españolcontener
esperantoenteni
feroésrúma
francéscontenir; renfermer
frisón occidentalhâlde
ingléshold; contain
italianocontenere
portuguésabarcar; abraçar; conter; incluir
suecoinnehålla