Información sobre la palabra inlaten (neerlandés → Esperanto: enlasi)

Sinónimos: binnenlaten, opnemen

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/ˈɪnlatə(n)/
Separaciónin·la·ten

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) laat in(ik) liet in
(jij) laat in(jij) liet in
(hij) laat in(hij) liet in
(wij) laten in(wij) lieten in
(jullie) laten in(jullie) lieten in
(gij) laat in(gij) liet in
(zij) laten in(zij) lieten in
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) inlate(dat ik) inliete
(dat jij) inlate(dat jij) inliete
(dat hij) inlate(dat hij) inliete
(dat wij) inlaten(dat wij) inlieten
(dat jullie) inlaten(dat jullie) inlieten
(dat gij) inlatet(dat gij) inlietet
(dat zij) inlaten(dat zij) inlieten
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
laat inlaat in
Participios
Participio presenteParticipio pasado
inlatend, inlatende(hebben) ingelaten

Traducciones

catalándeixar entrar
danésgive adgang
españoldejar entrar
esperantoenlasi
inglésadmit