Información sobre la palabra aangrijpen (neerlandés → Esperanto: emocii)

Sinónimos: bewegen, ontroeren

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/ˈaŋɣrɛi̯pə(n)/
Separaciónaan·grij·pen

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(hij) grijpt aan(hij) greep aan
(zij) grijpen aan(zij) grepen aan
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat hij) aangrijpe(dat hij) aangrepe
(dat zij) aangrijpen(dat zij) aangrepen
Participios
Participio presenteParticipio pasado
aangrijpend, aangrijpende(hebben) aangegrepen

Muestras de uso

Wat mij vanmorgen gepasseerd is, heeft mij aangegrepen, en geen wonder!

Traducciones

alemánbewegen; erschüttern; rühren; ergreifen
catalánemocionar
checodojímat; dojmout; pohnout
españolconmover
esperantoemocii; kortuŝi; afekcii
finésliikuttaa
francésaffecter; émouvoir; remuer
frisón de Saterlandbewäägje; ferschädje; ferskädje
inglésmove; stir; affect
papiamentoemoshoná
portuguésabalar; comover; emocionar; sensibilizar
rumanoemoționa; înduioșa; mișca
rusoвозбуждать