Información sobre la palabra uitnemen (neerlandés → Esperanto: elpreni)

Sinónimos: uitlichten, wegnemen

Categoría gramaticalverbo

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) neem uit(ik) nam uit
(jij) neemt uit(jij) nam uit
(hij) neemt uit(hij) nam uit
(wij) nemen uit(wij) namen uit
(jullie) nemen uit(jullie) namen uit
(gij) neemt uit(gij) naamt uit
(zij) nemen uit(zij) namen uit
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) uitneme(dat ik) uitname
(dat jij) uitneme(dat jij) uitname
(dat hij) uitneme(dat hij) uitname
(dat wij) uitnemen(dat wij) uitnamen
(dat jullie) uitnemen(dat jullie) uitnamen
(dat gij) uitnemet(dat gij) uitnamet
(dat zij) uitnemen(dat zij) uitnamen
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
neem uitneemt uit
Participios
Participio presenteParticipio pasado
uitnemend, uitnemende(hebben) uitgenomen

Traducciones

afrikáansuithaal
alemánentnehmen; ergreifen
catalánarrebatar
españolarrebatar
esperantoelpreni