Información sobre la palabra exposeren (neerlandés → Esperanto: ekspozicii)

Sinónimo: tentoonstellen

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/ɛkspoˈzerə(n)/
Separaciónex·po·se·ren

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) exposeer(ik) exposeerde
(jij) exposeert(jij) exposeerde
(hij) exposeert(hij) exposeerde
(wij) exposeren(wij) exposeerden
(jullie) exposeren(jullie) exposeerden
(gij) exposeert(gij) exposeerdet
(zij) exposeren(zij) exposeerden
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) exposere(dat ik) exposeerde
(dat jij) exposere(dat jij) exposeerde
(dat hij) exposere(dat hij) exposeerde
(dat wij) exposeren(dat wij) exposeerden
(dat jullie) exposeren(dat jullie) exposeerden
(dat gij) exposeret(dat gij) exposeerdet
(dat zij) exposeren(dat zij) exposeerden
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
exposeerexposeert
Participios
Participio presenteParticipio pasado
exposerend, exposerende(hebben) geëxposeerd

Muestras de uso

Heb je veel geëxposeerd?

Traducciones

alemánausstellen
danésudstille
españolexhibir; exponer
esperantoekspozicii; eksponi
inglésexhibit
malayomemamerkan; pamerkan
papiamentoeksibí
portuguésexpor
suecoexponera; utställa