Información sobre la palabra verhullen (neerlandés → Esperanto: kaŝi)

Sinónimos: aan het oog onttrekken, ontveinzen, verbergen, verhelen, verschuilen, verstoppen

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/vərˈɦɵlə(n)/
Separaciónver·hul·len

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) verhul(ik) verhulde
(jij) verhult(jij) verhulde
(hij) verhult(hij) verhulde
(wij) verhullen(wij) verhulden
(jullie) verhullen(jullie) verhulden
(gij) verhult(gij) verhuldet
(zij) verhullen(zij) verhulden
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) verhulle(dat ik) verhulde
(dat jij) verhulle(dat jij) verhulde
(dat hij) verhulle(dat hij) verhulde
(dat wij) verhullen(dat wij) verhulden
(dat jullie) verhullen(dat jullie) verhulden
(dat gij) verhullet(dat gij) verhuldet
(dat zij) verhullen(dat zij) verhulden
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
verhulverhult
Participios
Participio presenteParticipio pasado
verhullend, verhullende(hebben) verhuld

Muestras de uso

Efraim nam nauwelijks de moeite zijn onwetendheid te verhullen.

Traducciones

alemánbergen; hehlen; verbergen; verhehlen; verheimlichen; verstecken
bajo sajónverbargen
catalánamagar
checoschovat; schovávat; skrýt; skrývat
danésgemme; skjulle
españolesconder; ocultar
esperantokaŝi
feroésdylja; fjala; krógva
finéspiilottaa
francéscacher
frisón de Saterlandbierge; ferbierge; fersteete; stilken hoolde
frisón occidentalferbergje
inglésconceal
inglés antiguohydan
italianonascondere
latínabdere; abscondere; celare
polacochować; ukrywać
portuguésacobertar; esconder; ocultar
rumanoascunde
suecofördölja; gömma; hysa
yidisבאַהאַלטן