Información sobre la palabra prakkizeren (neerlandés → Esperanto: pripensi)

Sinónimos: bedenken, nadenken, nadenken over, overdenken, prakkezeren, wikken, zinnen, zinnen op

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/prɑkiˈzerə(n)/
Separaciónprak·ki·ze·ren

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) prakkizeer(ik) prakkizeerde
(jij) prakkizeert(jij) prakkizeerde
(hij) prakkizeert(hij) prakkizeerde
(wij) prakkizeren(wij) prakkizeerden
(jullie) prakkizeren(jullie) prakkizeerden
(gij) prakkizeert(gij) prakkizeerdet
(zij) prakkizeren(zij) prakkizeerden
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) prakkizere(dat ik) prakkizeerde
(dat jij) prakkizere(dat jij) prakkizeerde
(dat hij) prakkizere(dat hij) prakkizeerde
(dat wij) prakkizeren(dat wij) prakkizeerden
(dat jullie) prakkizeren(dat jullie) prakkizeerden
(dat gij) prakkizeret(dat gij) prakkizeerdet
(dat zij) prakkizeren(dat zij) prakkizeerden
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
prakkizeerprakkizeert
Participios
Participio presenteParticipio pasado
prakkizerend, prakkizerende(hebben) geprakkizeerd

Muestras de uso

Ik heb mij al suf geprakkizeerd.

Traducciones

afrikáansdink; nadink
alemánbedenken; sich überlegen; sinnen; nachdenken
catalánmeditar; reflexionar; rumiar
danéssynes
españolmeditar; reflexionar
esperantopripensi
francésréfléchir
frisón de Saterlandbetoanke; sik uurlääse
inglésthink
polacoprzemyśleć
portuguéspensar; refletir
suecobegrunda; besinna; betänka; övertänka