Información sobre la palabra ervandoor gaan (neerlandés → Esperanto: fuĝi)

Sinónimos: de benen nemen, vlieden, vluchten, zich uit de voeten maken, de wijk nemen, de kuiten nemen, ontvluchten, wegvluchten

Categoría gramaticalverbo

Muestras de uso

Ze zijn ervandoor gegaan met tienduizenden euro’s.