Información sobre la palabra vatten (neerlandés → Esperanto: ekpreni)

Sinónimos: beetgrijpen, beetpakken, grijpen

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/ˈvɑtə(n)/
Separaciónvat·ten

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) vat(ik) vatte
(jij) vat(jij) vatte
(hij) vat(hij) vatte
(wij) vatten(wij) vatten
(jullie) vatten(jullie) vatten
(gij) vat(gij) vattet
(zij) vatten(zij) vatten
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) vatte(dat ik) vatte
(dat jij) vatte(dat jij) vatte
(dat hij) vatte(dat hij) vatte
(dat wij) vatten(dat wij) vatten
(dat jullie) vatten(dat jullie) vatten
(dat gij) vattet(dat gij) vattet
(dat zij) vatten(dat zij) vatten
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
vatvat
Participios
Participio presenteParticipio pasado
vattend, vattende(hebben) gevat

Muestras de uso

Zo sprekende schoof hij zijn schatten opzij, vatte de bezoeker bij de kraag en duwde hem met grote kracht naar de uitgang.

Traducciones

alemángreifen; ergreifen
checochytit; uchopit
españolagarrar
esperantoekpreni
frisón de Saterlandgriepe; pakje
frisón occidentalgripe
inglésgrasp; seize
portuguéspegar de súbito