Información sobre la palabra onthouden (neerlandés → Esperanto: deteni)

Sinónimos: afhouden, onttrekken, weghouden

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/ɔntˈɦɑu̯(d)ə(n)/
Separaciónont·hou·den

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) onthou, onthoud(ik) onthield
(jij) onthoudt(jij) onthield
(hij) onthoudt(hij) onthield
(wij) onthouden(wij) onthielden
(jullie) onthouden(jullie) onthielden
(gij) onthoudt(gij) onthieldt
(zij) onthouden(zij) onthielden
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) onthoude(dat ik) onthielde
(dat jij) onthoude(dat jij) onthielde
(dat hij) onthoude(dat hij) onthielde
(dat wij) onthouden(dat wij) onthielden
(dat jullie) onthouden(dat jullie) onthielden
(dat gij) onthoudet(dat gij) onthieldet
(dat zij) onthouden(dat zij) onthielden
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
onthou, onthoudonthoudt
Participios
Participio presenteParticipio pasado
onthoudend, onthoudende(hebben) onthouden

Traducciones

alemánabhalten; aufhalten; enthalten; zurückhalten
catalánapartar; contenir; detenir
checozadržet
españolapartar; contener; detener
esperantodeteni
frisón de Saterlandferhinderje; ferwoarje; lätte; mäite; touräächhoolde
ingléswithhold
polacopowstrzymywać
portuguésdeter; reter