Información sobre la palabra verbasteren (neerlandés → Esperanto: degeneri)

Sinónimos: degenereren, ontaarden, verworden, zinken

Categoría gramaticalverbo

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) verbaster(ik) verbasterde
(jij) verbastert(jij) verbasterde
(hij) verbastert(hij) verbasterde
(wij) verbasteren(wij) verbasterden
(jullie) verbasteren(jullie) verbasterden
(gij) verbastert(gij) verbasterdet
(zij) verbasteren(zij) verbasterden
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) verbastere(dat ik) verbasterde
(dat jij) verbastere(dat jij) verbasterde
(dat hij) verbastere(dat hij) verbasterde
(dat wij) verbasteren(dat wij) verbasterden
(dat jullie) verbasteren(dat jullie) verbasterden
(dat gij) verbasteret(dat gij) verbasterdet
(dat zij) verbasteren(dat zij) verbasterden
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
verbasterverbastert
Participios
Participio presenteParticipio pasado
verbasterend, verbasterende(hebben) verbasterd

Traducciones

alemánausarten; degenerieren; entarten
catalándegenerar
checodegenerovat; zvrhnout se
españoldegenerar
esperantodegeneri
feroéskryplast; spillast; úrskeplast
francéss’abâtardir
frisón de Saterlanddegenerierje; ferwäide; uutoarje
inglésdegenerate
papiamentodegenerá
portuguéscorromper‐se; degenerar
rusoвырождаться